Ons kerkzegel is al eeuwenlang verbonden met de kerk en haar geschiedenis. Het komt op verschillende plekken terug in de kerk was ook te vinden in een glas-in-loodraam in de oude kerkzaal. Toen die zaal werd gesloopt werd het zegel gered en gerestaureerd. Sinds 1988 hangt het in de hal van de Open Hof als een tastbaar stukje erfgoed.
De betekenis van Sigill Eccl Batav Dur
Op het zegel staat de Latijnse tekst "SIGILL ECCL BATAV DUR", oftewel: "Kerkelijk zegel van Wijk bij Duurstede". Die naam verwijst naar Batavodurum, zoals Wijk vroeger soms genoemd werd. Men dacht dat de oude kasteelruïne gebouwd was op de resten van een Romeinse vesting, genoemd door klassieke schrijvers als Plinius en Tacitus. Inmiddels weten we dat die theorie wetenschappelijk niet klopt, maar de naam leeft voort in het zegel.
Wat staat erop?
Het beeldmerk op het zegel is bijzonder: drie gekruiste doodsbeenderen waaruit korenaren groeien, afgebeeld op een rood schild. De symboliek hierachter duidt op leven dat voortkomt uit de dood, een krachtig christelijk motief wat ook terugkomt in de bijbel.
Ook op andere plekken in de Grote Kerk duikt dit zegel op: op oude avondmaalsbekers uit 1614 (met daaronder een doodshoofd en de spreuk SPES ALTERA VITA, oftewel "hoop op het eeuwige leven"), op wapenborden van 1706 tot 1775, op het klankbord boven het orgel uit 1631, en zelfs op een kroonluchter uit 1723.
De afbeelding van het zegel is nooit precies gelijk: de rangschikking van de beenderen varieert steeds.
Bijzonder is ook het verhaal van de avondmaalsbeker met het opschrift SPES ALTERA VITA. Samen met historicus Peter van der Eerden werd ontdekt dat dit zegel waarschijnlijk zijn oorsprong vindt bij Claude Paradin, een Franse katholieke kanunnik die in 1551 het motief publiceerde in zijn boek Devises héroïques. Later verscheen een vergelijkbare afbeelding in een protestants werk van Joachim Camerarius uit 1590. Aangenomen mag worden dat een vrome Wijkenaar eerder Camerarius’ boek op de plank had staan dan dat van Paradin.
Verschillen
Maar er blijven verschillen tussen de originele afbeeldingen en die in Wijk bij Duurstede. Op het Wijkse zegel ontbreken bijvoorbeeld de vallende graankorrels, en groeien de aren direct uit de beenderen. Ook het doodshoofd, dat wél op de avondmaalsbeker staat, zien we niet terug in latere versies van het zegel.
Dat de kerk al vroeg beschikte over een eigen zegel wordt bevestigd in een vermelding uit 1646. Kerkzegels hadden een officiële functie, bijvoorbeeld bij het afgeven van attestaties aan vertrekkende gemeenteleden. Net als in Utrecht (1588) en Culemborg (1599), speelde dit zegel een belangrijke rol in het kerkelijke leven van Wijk bij Duurstede. Ook vandaag nog is het kerkzegel meer dan een historisch detail. Het is een krachtig symbool van geloof, hoop en verbondenheid, geworteld in het verleden, zichtbaar in het heden, en richtinggevend voor de toekomst van de Grote Kerk.